Bromtonen, trillingen of pieptonen

 

Uitleg geluid

geluid bestaat uit Laag frequent (Infrasoon), hoorbaar en hoogfrequent geluid (ultrasoon)

Geluid is een zich voortplantende trillende beweging (drukschommeling), meestal door de lucht, die door het gehoor waargenomen kan worden. Deze geluidstrillingen of -golven bezitten een bepaalde frequentie (aantal trillingen/drukschommelingen per seconde).

De frequentie, uitgedrukt in Hz, bepaalt de toonhoogte:

 

  • hoe hoger de frequentie, des te hoger de toon
  • hoe lager de frequentie, des te lager de toon

 

De golflengte heeft een directe relatie met de frequentie:

 

  • hoe lager de frequentie,  hoe trager en langer de golflengte is
  • hoe hoger de frequentie, hoe sneller en korter de golflengte is

 

Bij Lf-geluid is de geluidsdruk hoger dan bij hoorbaar geluid en maakt dat laagfrequent geluid hinderlijker ervaren wordt, dan bij geluid in de normaal hoorbare geluidzones 125 tot 4000 Hz.

Hoger hoorbaar geluid of pieptoon doven sneller uit  dan tonen in de laagfrequent zone, wat dus te maken heeft met de trage geluidsgolven. 

Een gezond mens hoort het beste rond een frequentie van 4000 Hz.

De mens kan geluid waarnemen van ca. 20 tot 20 KHz, dit verschilt van mens tot mens en speelt leeftijd een rol.

Er zijn mensen welke nog lager of hoger geluid kunnen waarnemen, maar dat zijn de uitzonderingen die de regel bevestigen. 

 

Het menselijk gehoor verschilt van mens tot mens.  Vooral de ouder wordende mens hoort de lage tonen beter en de hoge tonen verdwijnen met de jaren.

Mensen wonen in onze maatschappij heel dicht op elkaar. Daarnaast beschikken we allen over bijzonder veel apparaten in huis, omdat het handig is en ons leven in de regel veraangenamen binnen ons woonkomfoor, apparatuur als:

Televisies, mediaboxen, cv-ketels, warmtepompen, zonnepanelen met omvormers, koelkasten,  ventilatoren, airco's, generatoren, subwoofers.  Dit zijn allemaal potentiële bronnen voor het veroorzaken  van brom, piep of zoemtonen. Het zijn nu juist de bromtonen op een lage frequentie,  laagfrequent geluid genoemd (Lfg).

 

punt van aandacht

Laagfrequent geluid wordt per definitie niet alleen door apparatuur veroorzaakt. Men linkt Lfg, vaak aan apparatuur, maar Lfg is namelijk overal en is een heel natuurlijk fenomeen. Echter wanneer Lfg veroorzaakt wordt door op het netwerk (50Hz/220volt) aangesloten apparatuur of door menselijk leefgeluid, dan kunnen deze zeer een storend effect op de geluidoverlast ontvanger hebben.

Het menselijk gehoor is van nature niet ingesteld op brom en zoemtonen, de mens blijft een natuurlijk geschapen- en geen technocratisch ingesteld wezen.

 

Lfg, voortkomend uit mechanisch en repeterend contactgeluid wordt:

 

  • veroorzaakt door apparaten aangesloten op het netwerk (50Hz/220volt)
  • veroorzaakt door dagelijks repeterend contactgeluid d.m.v. traplopen, op blote voeten of sokken lopende volwassenen, kindjes en dicht slaande deuren.
  • veroorzaakt door wegverkeer

 

  • Bij een toon van een elektrisch apparaat spreekt men van een brom- en of zoemtoon
  • Bij loopgeluiden van buren, spreekt men van Bonk- en of dreun geluiden
  • Bij wegverkeer spreekt men verkeerslawaai, welke bevat veel laagfrequent geluid bevat.

 

Definitie van contact- en lucht geluid

 

Van contactgeluid spreekt men wanneer de constructie rechtstreeks aan het trillen wordt gebracht door een geluidsbron. Die trilling planten zich in de constructie voort en brengt de lucht in een andere ruimte aan het trillen. Een voorbeeld: hoge hakken, een dichtslaande deur, met een hamer een spijker in de muur slaan, stoelpoten op een harde vloer. Vaak hebben we met combinaties van lucht- en contactgeluid te maken: een piano bijvoorbeeld stuurt luchtgeluid dwars door de houten vloer, maar via diezelfde vloer produceert hij ook contactgeluid.

 

In het geval van luchtgeluid brengt een geluidsbron de lucht aan het trillen. Wanneer deze trillingen op ons trommelvlies terecht komen, ervaren we ze als geluid. Voorbeelden van dergelijk luchtgeluid: de menselijke stem, TV en Hifi-apparaten, muziekinstrumenten etc. Deze luchtgeluiden kunnen zich voortplanten van buiten naar binnen, Tussen 2 verblijfsruimtes, in hetzelfde of in een aanpandig perceel (eigen radio of TV van de buren) en ook van binnen naar buiten.

 

Terug naar Laagfrequent geluid 

Het zijn in de regel, wat oudere mensen, die lagere geluiden in de laag frequent zone goed kunnen horen.

Wat onderschat wordt is dat dit niet zomaar geluidsgolven zijn. Lfg is een voor de mens ongrijpbaar fenomeen, omdat men deze in een thuis situatie moet ondergaan. 

Er doen zich situaties voor waarbij de overlast ontvanger, niet meer in zijn of haar huis kan verblijven en gaat dan vluchtgedrag vertonen. Het thuisfront hoort/ervaart het niet, en kan Lfg zelfs voor tweedeling zorgen binnen een relatie of gezin.

Ongrijpbaar en onbegrijpbaar dus.

 

Anders als met hoger frequente geluidsgolven boven de 45 dB:

- worden deze veroorzaakt door lange geluidsgolven met trage trillingen trillingen

- kunnen deze niet verminderd worden door geluidsisolatie materialen

- gaan deze overal doorheen, dus muren en materiaal maar ook door menselijk

  weefsel (letterlijk: "door merg en been")

-wordt niet door iedereen gehoord en wordt vaak afgedaan als:

 "gezeur "  of  "het zit tussen je oren"

 

De impact van Laag Frequent Geluid op het menselijk weefsel wordt meer dan onderschat. In de Nederlandse wetgeving beschouwt men vormen van  geluid boven de 45 dB als "overlast".  Maar daar schuilt met Lfg  nu juist het venijn.

Laagfrequent geluid ligt beneden deze grens van 45 dB (<125Hz) maar is bijzonder hinderlijk en daardoor schadelijk voor de gezondheid.  Het slaat letterlijk op de botten en de zenuwen,  toch vindt men juridisch geen enkele bodem.

 

Bij deze problematiek is men doorgaans meer gebaat bij een adequate constatering middels een meerdaagse duurmeting om de bron op te sporen en aan te tonen wat het probleem veroorzaakt. Dan kan er vervolgens een gedegen oplossing worden gezocht met de betrokken partijen onderling.

Vaak zorgt een constatering door een meting, gevolgd door informatie, voor meer begrip bij alle partijen, hetgeen vaak tot een oplossing  leidt.